Skip to content

Herinneringen van een landmeetkundige

Door: Nico Verschoor

Mijn vroegste Metro herinneringen gaan terug naar de jaren ’60. In die tijd was ik werkzaam aan de Metro als landmeetkundige, in dienst van de gemeente Rotterdam, afdeling Landmeten. Met name aan het gedeelte van de metro op Zuid heb ik gewerkt.

De directiekeet op de Parallelweg was het uitgangspunt van waaruit onder andere onze dagelijkse meetwerkzaamheden begonnen. Toen de tunnel eenmaal afgezonken was in de Maas en de aansluiting op het gedeelte op het vasteland aan de Parallelweg gereed was, gingen wij regelmatig de vloerhoogte meten van de tunnel. Het begin en einde van elk tunnelstuk werd dan op de hoogte gecontroleerd.

Kon de verzwaring het tunnelstuk weer op zijn plaats krijgen?

Op vrijdagmiddag

Zo ook op een vrijdag, al wat later in de middag. Het was altijd een heel geklauter om in de tunnel te komen met de nodige meetapparatuur. Een lange houten ladder af, naar beneden met een waterpasinstrument op je nek, of met een waterpasbaak. Als de meting verricht was, ging je de weg weer terug omhoog naar de directiekeet. Die meting werd uitgerekend en vergeleken met eerdere metingen.

Was het een afleesfout?

Eén meting week nogal af van eerdere metingen, maar dat kon even zo goed een afleesfout zijn geweest. Dus het eerste dat de maandag erop moest gebeuren, was de meting nogmaals verrichten. Dan konden we zien of er werkelijk een verschil was met de eerdere metingen.

Die volgende controlemeting was niet nodig. Eén tunnelstuk was omhoog gekomen. Water en zand waren de tunnel ingestroomd. Later bleek dat het zand onder de tunnel was gaan vloeien, alsof het vloeistof was. Daardoor was de druk omhoog te groot geworden en kwam één tunnelstuk aan één eind omhoog. En wel zo’n 60 centimeter! De tunnelstukken werden spoorslag verzwaard met tramrails, met tanks die vol water werden gepompt. De verzwaring van de tunnel zou, eenmaal gereed, komen van alle beton dat nog gestort moest worden als ondersteuning van de rails.

Zand werd weggezogen

Elk tunneldeel bestond uit meerdere elementen. Op de voegen kwamen meetplaatjes, om te controleren of de omhooggaande beweging tot stilstand was gekomen. En om te zien of de verzwaring het tunnelstuk weer op zijn plaats kon krijgen. Het zand dat omhooggekomen was, werd onder het tunnelstuk weggezogen, zodat het weer op de heipalen terug kon zakken.

Afijn, het is na enkele maanden noest werken gelukkig allemaal weer goed gekomen. De tunnel kon verder weer gereed gemaakt worden voor het vervoer per Metro. En na 50 jaar rijdt de Metro nog steeds en is met diverse lijnen uitgebreid. Na de eerste 5,8 km is het metronetwerk uitgegroeid tot 5 lijnen met een totale lengte van 78,3 kilometer.